Mitragyna speciosa, of Kratom, is een tropische boom nauw verwant aan de koffieplant. Deze plant komt het meeste voor in Zuidoost Azië en in Thailand en Maleisië. Sinds de 19e eeuw en waarschijnlijk al eerder is Kratom in deze gebieden een onderdeel van natuurlijke medicijnen. Deze plant wordt gebruikt om pijn te bestrijden en koorts te onderdrukken en als een vervanger voor opium en om goed te kunnen helpen bij het oplossen van ontwenningsverschijnselen.
De bomen worden met grote aandacht verzorgd omdat de bladeren pas vanaf hun tiende jaar de bladeren effectief worden. De bomen ondersteunen het natuurlijke ecosysteem in de gebieden waar ze groeien, in het bijzonder geven de wortels ondersteuning aan de rivierbeddingen. De bladeren van de Kratom worden vermalen en op verschillende manieren gebruikt. Traditioneel worden deze bladeren gekauwd of in thee gebruikt. Van het poeder van de bladeren kan ook een pasta worden gemaakt.
Kratom zorgt ervoor dat iemand vaker moet urineren of het veroorzaakt een gevoel van misselijkheid. Sommige gebruikers ervaren een lichte hoofdpijn. Ook bestaat het risico afhankelijk te raken van Katom als vervanger voor andere opiaten, het is dus belangrijk om een arts te raadplegen voorafgaand aan het gebruik ervan. Gebruik Kratom niet in combinatie met andere drugs die MAOI of SSRI worden genoemd, het gaat hier meestal om antidepressiva.